Column

Nog een column voor Buonissimo:

Dieta!

Ook de Italianen beginnen het nieuwe jaar met goede gewoonten. De meesten doen dat echter niet meteen op 1 januari, want pas met het Driekoningenfeest (L’Epifania, Openbaring) is de lange feestperiode die met kerst begon gedaan. De heks (Befana, verbastering van Epifania), die ooit als Godin Diana over de oude, uitgedroogde akkers zwierf om nog eenmaal vruchtbaarheid te verspreiden, strooit nu snoep en cadeautjes in de sokken van ‘gelovige’ kinderen.

Dus mag er in Italië nog tot 6 januari gesnoept worden, want de volkswijsheid luidt: L’Epifania, tutte le feste le porta via (De Epifania neemt alle feesten weg).

Daarna: Dieet!

Dus wordt januari overheerst door lijstjes met de beste diëten. Op sociale media, tv-journalen, in kranten en tijdschriften, via mond-op-mondreclame in de bar of in de bus. Zo hoorde ik al over de wonderen van het oerdieet, het bloeddieet, het glutendieet, of de diëten van Plank, Dukan of nog beter dat van Lemme: “veel relaxter, dan mag je meer!”, hoorde ik een in mijn ogen helemaal niet mollig meisje in de metro zeggen tegen haar vriendin, die net Dukan aanraadde om straks, in de zomer, weer klaar te zijn voor de bikini-test.

Iedereen lijkt te weten dat je vooral weinig pasta en brood (zeker geen brood!) moet eten, maar juist veel vlees, vis en eieren. Want honger lijden, dat wil geen enkele Italiaan. Maar ja, als je dan geen discipline hebt en snel resultaat wil zien, kent iedereen ook de efficiëntie van het ‘citroen-dieet’, of is algemeen bekend welke eetgewoonten het metabolisme doen versnellen. En anders gewoon wél honger lijden en twee dagen in de week serieus vasten, of gewoon drastisch minder eten en ipv 100 gram pasta de weegschaal langzaam terugbrengen naar 90, 80, 70…. Ja soms zelfs slechts 50 gram pasta per dag.

Mocht dat allemaal nog niet het beoogde effect hebben, grijpen de Italianen naar farmaceutische wondermiddeltjes, want voor elk probleem bestaat wel een pil. Dat dat inmiddels te ver lijkt te gaan, bewijst de zwartlijst van vermageringspreparaten, die het ministerie van volksgezondheid voor het tweede jaar op rij publiceerde. Niet toevallig eind december. Stonden er in 2016 nog zo’n tien preparaten op, dit jaar was de lijst al uitgebreid naar 40 verboden middelen.  

En allemaal naar de sportschool of joggen in het park. Pfff….vermoeiend hoor, dat diëten. Ook voor wie (zoals ik) daar niet aan mee doet! Het gaat nergens anders meer over. Toch in januari. En voor de volhouders misschien nog een deel van februari… maar dan…houdt het even plots weer op als het begon. Want dan komt februari, de carnavalsmaand!

Eindelijk mag men weer volop snoepen, met typische slierterige reepjes gefrituurd deeg die in Rome frappe heten, maar elders ook chiacchere, bugie of gasse worden genoemd. Ook deze gewoonte stamt vast nog uit de Oudheid, toen men frictilia bereidde tijdens de Saturnali feesten en de God Bacchus geëerd werd met gefrituurde balletjes, waar de carnavaleske lekkernij castagnole nu nog aan herinneren.

Al zijn het officieel maar vijf dagen, de Italianen nemen het niet zo nauw met de strikte regeltjes, dus al lang voor de echte carnavalstijd aanbreekt, kun je volop frappe en castagnole krijgen. En tja, na martedi grasse, begint het vasten weer. Maar niet voor lang. Want voor je het weet, is het al weer 19 maart, Vaderdag! Dus tijd voor de bignè di San Giuseppe: een grote gefrituurde ‘Sint Jozef’-soes rijk gevuld met verse bakkerscrème. Dergelijke tradities, daar kan geen Plank, Dukan of Lemme tegenop!

Op die dag vinden kinderen in een grote sok snoep en cadeautjes, die daar door een oude heks zijn ingestopt. De naam van die heks, de Befana, is een rechtstreekse verbastering van het Griekse woord voor Openbaring (van het kindje Jezus aan de drie wijzen uit het Oosten): Epifania. Dat werd eerst in de volksmond Beffania en daarna Befana.

De naam mag dan verwijzen naar het Christendom, het symbool van de heks op haar bezem is duidelijk een heidense. Waarschijnlijk symboliseert ze Moeder Natuur, die op de twaalfde dag na de winterwende (rond 21 december), als oude en uitgedroogde vrouw nog een laatste maal over de akkers vloog om de grond een vruchtbare oogst toe te wensen, voordat ze werd verbrand en als jonge Godin weer herrees.

Ook de cadeautjes die de Italiaanse kinderen nog mogen ontvangen op 6 januari, vinden hun oorsprong in de Oudheid, toen – begin januari – de feesten gewijd waren aan de Goden Janus (met zijn twee hoofden, waarna de maand januari is vernoemd) en Strenia, waar het woord Strenna (gift) van is afgeleid.